‘DE UNITS ZIJN TE SMAL’



HUISVESTING - Bouwkundige toont aan: tijdelijke woningen statushouders Bakkum voldoen niet aan regels om erin te wonen. ‘units zijn te smal

De tijdelijke woningen voor statushouders in de voormalige showroom in Bakkum voldoen niet aan alle eisen uit het Bouwbesluit voor tijdelijke huisvesting. De units zijn smaller dan toegestaan, er is niet voldoende ventilatie en daglicht en dus voldoen ze niet aan de regels om erin te wonen. Dit blijkt uit een toets die een bouwkundig adviseur namens dertien bewoners heeft uitgevoerd.

CASTRICUM – De dertien bewoners die sinds afgelopen voorjaar in tijdelijke woningen in de voormalige showroom aan de Stetweg wonen, hebben al tijden ernstige twijfels over de bewoonbaarheid van de units. Het pand – waarin al diverse lekkages zijn geweest – werd vorig jaar op stel en sprong omgebouwd tot tijdelijke woonruimte. Castricum heeft de plicht de statushouders te huisvesten, maar omdat er niet voldoende permanente woningen beschikbaar zijn, besloot het college ze in tijdelijke onderkomens te plaatsen.

De bewoners trekken al maanden aan de bel bij de gemeente met het verzoek hun woonsituatie te verbeteren. Tot nu toe gaf het college daar geen gehoor aan. Daarom namen de dertien bewoners met behulp van hun advocaat Laas van Eijck van Heslinga een bouwkundig adviseur in de hand. Uit de toets die hij uitvoerde, blijkt dat de woonunits niet aan alle eisen uit het besluit Bouwwerken Leefomgeving Tijdelijke Huisvesting voldoen.

Minder breed



Zo zijn de units aanzienlijk minder breed dan volgens het besluit is toegestaan, namelijk slechts 2,20 meter inwendig. Terwijl volgens het bouwbesluit tijdelijke woningen tenminste 2,4 meter breed horen te zijn. Er zijn bovendien andere units geplaatst dan in de aanvraag van de vergunning werd vermeld. Namelijk units van het merkt Bruins Laren in plaats van die van Portakabin. De Portakabins hebben wel een afmeting die is toegestaan, die zijn drie meter breed.

De units zijn daarnaast niet voorzien van een mechanische ventilatie, terwijl in het bouwbesluit staat dat een bouwwerk ‘een voorziening voor luchtverversing moet hebben’. Zo’n ventilatiesysteem moet een slechte luchtkwaliteit, wat gezondheidsproblemen kan veroorzaken, voorkomen. De luchtkwaliteit laat volgens de toets bovendien te wensen over, omdat de ventilatielucht niet van buitenaf komt, maar van binnenin het pand. Er vindt ook onvoldoende doorstroming van lucht plaats vanwege het luchtdrukverschil, constateert de bouwkundige. “Als de rolluiken dicht zitten, is er geen ventilatie via de roosters boven de ramen”, legt de bouwkundig adviseur aan deze krant uit. “Er zitten roostertjes voor de gate in de buitengevel aan de voor- en achterkant, maar dat is absoluut niet voldoende voor een goede ventilatie.” De adviseur heeft ter plekke onderzoek gedaan.

Ook ontbreekt in veel units rechtstreeks daglicht, blijkt verder uit de toets. Dit komt doordat de wooncabines inpandig zijn geplaats, in de showroom, en daardoor schijnt er weinig licht naar binnen. Er is volgens de bouwkundig adviseur geen natuurlijk dag-en-nachtritme voor de bewoners. Overdag zijn de units te donker om zonder kunstlicht normale woonfuncties uit te voeren.

En dat is nog niet alles. Volgens het bouwbesluit hoort een pand dat wordt bewoond en alleen bereikbaar is via een gemeenschappelijke ruimte voorzien te zijn van een ‘spreek-luisterinstallatie’. Doordat deze installatie ontbreekt, is de toegang van het gebouw niet afgesloten. Iedereen kan zomaar in- en uitlopen. Volgens Van Eijck van Heslinga heeft een kwaadwillende hier onlangs gebruik van gemaakt, schrijft het handhavingsverzoek.

Van Eijck van Heslinga verzoekt het college, dat overigens zelf opdracht heeft gegeven tot het verbouwen van de showroom, handhavend op te treden naar de pandeigenaar. Die wordt door de bewoners aangesproken als ‘overtreder’ van de regels.

Gedeeltelijk weggenomen



De overtredingen kunnen volgens de advocaat gedeeltelijk worden weggenomen door de juiste units te plaatsen, namelijk de Portakabins die in de vergunningsaanvraag staan. Daarnaast moet de pandeigenaar volgens de bewoners een aantal andere voorzieningen treffen om de wettelijke regels te voldoen. De bewoners zeggen het te begrijpen als aanvullend onderzoek noodzakelijk is.

De bewoners richten zich tot de gemeente met dit verzoek omdat de overheidsorganisatie het gevoegd gezag is om in dit soort situaties te handhaven, laat de advocaat weten. Het maakt niet uit of de gemeente zelf de opdracht tot het plaatsen van de units heeft gegeven. “Ook als de gemeente de overtreder zou zijn, moet het college handhaven. Wie de gemeente vervolgens als overtreder beschouwt, bepaalt de gemeente zelf, legt Van Eijck van Heslinga uit.

Als de gemeente oordeelt dat er ondanks de toets geen aanpassingen nodig zijn, dan is de kans groot dat de advocaat namens de bewoners bezwaar gaat maken of een verzoek om voorlopige voorziening indient.

Dreef beheer zegt in een reactie op het handhavingsverzoek dat de verantwoordelijkheid van de woonunits toch echt bij de gemeente ligt, aangezien de huurders een contract hebben gesloten met de gemeente, niet met de pandeigenaar.

Of de gemeente daar ook zo over denkt, is onduidelijk. Een woordvoerder liet in een reactie op het handhavingsverzoek alleen weten dat er voor de verbouwing van de showroom een omgevingsvergunning is aangevraagd en afgegeven. Daardoor is het pand gewijzigd van bedrijfsfunctie naar tijdelijke woonfunctie. Vervolgens is het gebouw ingericht, vormgegeven en vergund.

Vanwege de gevoeligheid van het dossier wil de bouwkundig adviseur niet met naam in de krant. De naam is bij de redactie bekend.

Rogier van der Weydestraat 2 - 1817 MJ Alkmaar
Tel: 072 5120979 - E-mail: info@ek-advocaten.com